Sommige dieren hebben een vacht die hen warm houdt, zoals een konijn. Er zijn ook dieren met veren, zoals een kip. Andere dieren hebben schubben, denk aan eens aan een goudvis. Bij sommige dieren als zij van baby naar volwassen gaan, verandert hun vacht. Tijdens deze workshop gaan de leerlingen op onderzoek uit. Welke vacht is van welk babydier? Welk babydier hoort bij het volwassen dier. Soms zijn de verschillen groot! Herkennen de leerlingen de dierengeluiden? In de natuur kunnen we de dieren vaak horen maar niet altijd zien. Dan moeten we  hun sporen volgen. Samen maken we dierensporen van gips om thuis of in de klas verder te bestuderen.

Leerdoelen:
- Elk dier heeft een eigen geluid en een unieke pootafdruk.
- Dieren hebben een vacht, veren of schubben als huidbedekking.
- Verschillende dieren eten verschillend voedsel. 

Kerndoel(en):
- 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving.

- 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.