Hoogvliegers
Zie jij ze al vliegen?
Over deze les
Veel leerlingen hebben wel eens in een vliegtuig gevlogen en vragen zich af hoe het kan dat zo'n zware machine met alle bemanning, passagiers en bagage kan opstijgen. Tijdens deze les ontdekken de leerlingen meer over de basisprincipes van luchtvaart en aerodynamica. Ze leren dat vier krachten invloed hebben op een vlucht: lift, voortstuwing, zwaartekracht en weerstand. Tijdens een vlucht met bijvoorbeeld de zelfgevouwen Delta Dart en Rotorkite zien ze de invloed van die krachten.
Leerdoelen:
- Door liftkracht en voortstuwing wordt een vliegtuig omhoog geduwd en voortbewogen.
- Door zwaartekracht en weerstand wordt een vliegtuig vertraagd en omlaag getrokken.
- Lucht beweegt om de vleugels van het vliegtuig.
- Met behulp van roeren kun je de vliegrichting van een vliegtuig bepalen.
- De neus, romp, staart, vleugels en motoren zijn belangrijke onderdelen van een vliegtuig
Kerndoel(en):
- 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.
- 44 De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.
- 45 De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.